Daar is het weer: kernenergie bovenaan de agenda. Niet zo’n grote verrassing. De noodzaak om te stoppen met fossiele brandstoffen is inmiddels dankzij de milieubeweging voor iedereen duidelijk. Wetgeving daarop is onontkoombaar. Kolencentrales zullen worden gesloten, miljardensubsidies aan de fossiele industrie worden beëindigd, en belasting op gebruik van olie en gas worden ingevoerd.
Dat maakt benauwd. Hoe dan toch in “de groeiende energiebehoefte” te voorzien en tegelijk de lucht CO2-vrij te maken? Dit is de lelijke verborgen agenda onder het pleidooi voor kernenergie, die nu eens boven tafel moet komen. Want hoezo “groeiende energiebehoefte”? Dit is de behoefte om nog altijd meer te produceren om meer winst te maken. Maar meer produceren kan toch niet meer? Behalve de crisis van de vervuiling is er ook de plundering van grondstoffen en grond, die toch allang moet stoppen? De aarde raakt uitgeput. We zijn ons dood aan het produceren en consumeren. We weten het al vijftig jaar: er zijn grenzen aan de groei. Dus ook aan de groei van energiebehoefte. Kernenergie is nergens voor nodig.
Maar handel en industrie willen koste wat het kost meer winst blijven maken. Dus dragen ze de politiek op: ga kerncentrales financieren. De verborgen motivatie van doorgaande overproductie wordt niet uitgesproken, maar offensief neergezet als vanzelfsprekendheid van kernenergie. Alsof het niet anders kan.
Inzet van kernenergie is niet vanzelfsprekend, het is een keuze. De prompte propaganda van nu is panisch omzeilen van klimaatwetgeving, zoals hoge belasting op uitstoot van CO2 en op plundering van grondstoffen en natuur. Maar kernenergie is geen klimaatbeleid. Het maakproces van kernenergie stoot nog altijd veel CO2 uit en is veel en veel duurder dan duurzame energie. En ook de beschikbaarheid van uranium houdt gewoon een keer definitief op.
Klimaatbeleid komt neer op maatregelen ten behoeve van krimp, zowel van vervuiling als van plundering. Inzet van kernenergie is economisch beleid ten behoeve van de nu toch wel mensvijandige business as usual.
Kernenergie heeft niet voor niets een geschiedenis van verzet. In het verleden hebben veel mensen in demonstraties, bezettingen en blokkades ertegen opgetreden. De meeste mensen wilden niet de verantwoording voor de straling van kernafval in de grond. Iedereen weet dat kernenergie niet schoon is. Dat het afval met hoge stralingsintensiteit alleen wordt verstopt, maar het bestaan blijft ondermijnen – van ons, van onze kinderen, van hun kinderen enzovoort enzovoort. Iedereen weet dat kernafval honderdduizenden jaren (!) dodelijke straling houdt. Dat radioactieve vaten warmte produceren en kunnen gaan lekken. Dat aanraking met radioactieve straling plotselinge dood veroorzaakt of op termijn leukemie en geboorteafwijkingen.
Ondanks dat wij dat weten, hebben we de aarde inmiddels rondom volgestopt met radioactief afval, hebben we van de aarde een tijdbom gemaakt, als beschamende nalatenschap aan onze kinderen. Uit hebzucht en uit hebzucht alleen.
De meerderheid van de Nederlanders vindt intussen de aanpak van de klimaatcrisis belangrijker dan economische groei. Klimaatbeleid zet in op economische krimp en niet op kernenergie. Waarom is er nu nog niet die felle tegenstand te zien zoals vijftig jaar geleden? Kan het zijn dat de overheid, in het perspectief van krimp, domweg niets doet om nieuwe bestaanszekerheid te organiseren? Dat mensen ongerust zijn? Op welk bestedingsniveau komen we uit? Het zijn begrijpelijke zorgen en de overheid neemt ze niet op zich.
Naast economisch beleid is tegelijk sociaal beleid urgent. Krimp kan eerlijk verdeeld worden – door iedereen kansen op omscholing en op ander werk te geven. De overheid doet hier weinig aan. Zo kan verandering van de economie uitlopen op een verdeel-en-heers-klimaat, dat mensen tegen elkaar opzet om uit angst dan maar kernenergie te accepteren. Wie wil dat we tegen elkaar worden uitgespeeld? Wie wil leven in het besef dat we wereldwijd een bodem met kernstraling achterlaten? Een uitgeputte aarde?
De overheid kan anders kiezen. Nu kiest ze ervoor de grenzen aan de groei te negeren, dat wil zeggen met kernenergie zieke overproductie en overconsumptie te blijven aanjagen en de noodzakelijke belastingen te omzeilen. In plaats daarvan kan ze krachtig kiezen voor verbod op vervuiling en op plundering van grondstoffen. Ja, dit beperkt handel en industrie. Laat dit nu eens gezegd zijn.
Het kan niet anders en het is niet erg – als de economische transitie voor iedereen goed wordt georganiseerd. Met ruime omscholingsgelegenheid, met zorg voor bestaanszekerheid, met eerlijke verdeling. De enige leefbare toekomst is: eenvoudig en tevreden leven.
Het huidige energiegebruik is de maat niet meer, al helemaal niet groei. De maat is economische krimp. Dit is het bepalende criterium voor de energietransitie. Dit bepaalt dat kernenergie nergens voor nodig is.
Helen Gerretsen
Amsterdam