Categorieën
Artikelen

Zin van het leven – Een factor zijn

De Volkskrant had in 2019 en 2020 een rubriek met interviews over: de zin van het leven. In die tijd heeft de krant ook lezers de gelegenheid geboden om volgens dezelfde opzet een interview in te sturen over de eigen zin van het leven. Dit is het mijne. 

Na tien leuke jaren in het onderwijs, als leraar Nederlands, raakte zij al vrij jong door een stevige burn-out werkloos. Er was veel tegelijk gebeurd, zonder dat ze daarbij had stilgestaan. Ongemerkt had ze zich totaal voorbij geleefd. Dat moest anders, begreep ze. Ze moest aandacht inbouwen voor zichzelf. Voor de duur van de burn-out was het onmogelijk haar aandacht goed te verdelen tussen zichzelf en een baan. Na een jaar of drie leek haar dat wel mogelijk, maar is het realiseren van een baan niet meer gelukt. Ze is fulltime gaan tekenen en schrijven. Dat bleek wel te combineren met persoonlijke groei. 

Wat is de zin van ons leven?

‘Ik denk dat persoonlijke groei is wat iedereen wil. Niemand beschouwt zichzelf als compleet en af. Er is een drang in ons naar waarachtigheid. Geef je gehoor aan die drang, heb je belangstelling voor je eigen doen en laten en ben je bereid tot eerlijkheid, dan vallen steeds meer bijzaken af en houd je meer essentie over – wat natuurlijk prachtig is. Maar nog niet het doel. Instellen op waarachtigheid is training. Door vol te houden bouw je kracht op. Deze geestkracht maakt dat je een factor kan zijn ten behoeve van de samenleving. Dit is de zin van het leven. 

Waarom maken we dan zo weinig werk van eerlijkheid?

Onze prestatiemaatschappij geeft nauwelijks ruimte voor reflectie op je doen en laten. We hebben enorme beschikbaarheid aangeleerd, niet alleen voor het werk, maar continu, voor de partner, voor kinderen, voor klussen, hobby’s, films, reizen – het houdt nooit op, al die afleiding door mateloze beschikbaarheid. Het is niet alleen dat die van ons wordt geëist, het wordt ook gewaardeerd als je beschikbaar bent, je kan ermee scoren. En tenslotte is het ook nog makkelijker om eraan toe te geven, dan de kracht op te brengen om grenzen te trekken: nu even niet.’

Is dat niet egoïstisch, om niet beschikbaar te zijn?

‘Nee, dat is een misverstand. Je kan niets voor anderen betekenen zolang je niets voor jezelf betekent. Dat is nu eenmaal zo. Of het is een gespeelde, holle beschikbaarheid, waarmee je alleen je ego streelt. Zelfverwaarlozing maakt alleen maar prikkelbaar. Toewijding aan jezelf geeft vanzelf toewijding aan anderen.’

Maar toewijding aan onszelf, ho maar, zeg je.

‘Ja, en dit wordt door veel mensen gemist. Er is echt behoefte om geregeld uit de mallemolen te springen en ook aan onszelf te werken. Mensen gaan aan mindfulness doen, of yoga, of mediteren, anderen doen juist aan sporten, om los te komen van de overlast. Toch leidt dit zelden tot een vanzelfsprekende betrokkenheid op onszelf, met de bereidheid om ook de confrontaties aan te gaan. Dit zou zelfbeleid zijn. Dat verwaarlozen de meesten van ons helemaal.

Deze zelfverwaarlozing heeft grote consequenties. Het maakt richtingloos. We zigzaggen doelloos van het een naar het ander. En daar hebben we last van. Het geeft voortdurende spanning, ergernis, agressie. Die projecteren we dan weer op anderen. Deze chaos alleen al maakt het leven zinloos. Psycho-analyticus C.G. Jung heeft zijn leven gewijd aan het nut van zelfverwerkelijking. Hij zegt hierover: “Rusteloosheid verwekt zinloosheid, en zinloosheid van het leven is een psychisch lijden, dat onze tijd nog niet in zijn hele omvang en zijn hele draagwijdte heeft begrepen.”’   

Wat kan ons helpen?

‘Uit gebrek aan bevrediging blijven we naar piekervaringen zoeken, in chillen, festivals, reizen. Dat versterkt de onrust. En het is nooit genoeg. Ik ervaar dat je pas bevrediging vindt in het dagelijkse doorgaan. Dat is al een hele kunst. Daarvoor moet je je beperken, anders onderbreek je steeds weer de continuïteit, die tot betekenis leidt. Een klein leven helpt je aan een groot leven.’ 

Hoe ziet dit er voor jou persoonlijk uit?

‘Ik heb bepaald een klein leven. Tot twee uur ’s middags reserveer ik de dag voor schrijven. Voor die tijd maak ik geen afspraken, ook niet met de tandarts. Kennissen weten dat ze me pas daarna mogen bellen. Uitgaan en reizen doe ik weinig. Niet omdat ik daar geen behoefte aan heb, ik zie het als een offer. Tegelijk maakt het schrijven mijn leven groot: dankzij de continuïteit is er die dag vaak een bladzij gekomen met gedachten die er voordien niet waren. Dat is magisch. 

Dit is ook wat schrijver Peter Handke wil eren in zijn Gedicht aan de duur (zie leestip). Duur is: de continuïteit levend houden:

de extase is altijd te veel,
de duur evenwel het gepaste.
Heus is de duur het avontuur van het jaar-in-jaar-uit,
het avontuur alledaagsheid,
maar hij is geen avontuur van de ledigheid,
geen avontuur van de (nog zo actieve) vrije tijd.

En als je geen creatief beroep hebt, wat levert dit avontuur dan op? 

‘Alles. Ons kleeft zo veel oneigens aan, zoveel wat niet bij jezelf hoort. Dat kom je op het spoor als je je niet te veel laat afleiden en je traint om meer jezelf te zijn. Dan kan je beetje voor beetje van die geïnhaleerde nep loslaten. Dat is trouw zijn aan jezelf. Dat ervaar je natuurlijk als genoegdoening. Alsof eindelijk iemand het voor je opneemt. Voorheen wat werd genoemd: de liefde van God.’

Speelt God nog een rol in jouw ervaring van zin?

‘Niet als God in de hemel, het beeld dat is gaan domineren en daarna afgeschaft. Wel als de immanente God die eigenlijk de bedoeling is. Je zuivere ik als het goddelijke in jezelf. De hele bijbel draait daarom. In Exodus 3 heet het al meteen: “Wanneer zij mij vragen: hoe is zijn naam – wat moet ik hun dan antwoorden? Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.” Dit is precies die onderneming naar waarachtigheid. Als je jezelf bent, vrij van oneigenlijke aanwensels, dan kan je zeggen: ik ben die ik ben. Dan heb je iets te bieden.’

Zo gezegd is het misschien niet zo op z’n plaats om te spreken van zingeving, maar eerder van zinvinding.

‘Inderdaad. Het is niet aan ons om zin te geven. Die zin is er. Als je gehoor geeft aan je intuïtie, kan je die vinden. Om zo ver te komen dat je kan zeggen ik ben die ik ben, is training nodig, elke dag. Daarin ligt de zin. Je moet er bovenop zitten, of je jezelf bent of maar doet alsof. Deze training maakt je tot een sterk mens.’

Waarom is dat belangrijk? 

‘Het is nu belangrijker dan ooit. Niet alleen voor je eigen welbevinden, maar ook voor de samenleving. Het klimaatprobleem eist veranderingen die veel van ons zullen vragen. De overheid doet te weinig voor het klimaat. Iedereen wordt er zenuwachtig van. In de onrust die dat geeft, zijn mensen nodig die het hoofd koel houden en om zich heen leiding kunnen geven. En mensen om de zaak ook in het groot vlot te trekken – om de politiek bij te staan, zodat de wetten er komen die nodig zijn. 

Alleen een sterk mens kan een factor zijn in de samenleving. Als voorbeeld van een sterke persoonlijkheid kan je denken aan Mandela, die zijn invloed wist aan te wenden om de apartheidswetten afgeschaft te krijgen en algemeen kiesrecht in te voeren. Zulke geestkracht is wat we nu nodig hebben om van de vervuiling af te komen.’ 

Maar toch niet iedereen kan een Mandela worden?

‘Niet van de ene dag op de andere. Maar in potentie wel. Door consequent te leven, elk uur van de dag je bepalen tot de essentie en de rest overboord te gooien, eerlijk tegenover jezelf, zoals Mandela deed, kan je enorme kracht opbouwen.’

We moeten met onszelf aan de slag. 

‘Ik ervaar dat niet meer als moeten, maar als mogen: de doener mogen vrij laten die die je nu eenmaal bent. Wat is er stimulerender dan ongeremd jezelf te zijn. Dat geeft gratis energie. Het geeft rust, bevrediging. Het is een zegen – voor jezelf en voor de mensheid.’

Leestip: 

Peter Handke: Gedicht aan de duur [oorspr. 1986, Ned. vertaling 2016, uitg. Koppernik]. Dit begrip duur bij Handke laat zich lezen als een instelling op continuïteit, die bijdraagt aan zin. En het gedicht als een monument daarvoor.