Categorieën
Artikelen

Dit moeten we weten

We moeten weten dat de grote klimaatmaatregelen nu echt gaan komen en dat we het recht hebben daarover geïnformeerd te worden. Wat kunnen we verwachten? Om de vervuiling van de lucht te stoppen, moet er belasting worden geheven op de uitstoot van CO2 en van stikstof. Om de uitputting van de aarde te keren en de plundering te stoppen, moet ook het gebruik van grondstoffen worden belast. Landbouw en veeteelt kunnen niet meer produceren voor de export. Dit bij elkaar gaat beperking van de economie betekenen. Er zal minder worden geproduceerd, minder worden vervoerd, minder worden geconsumeerd. Het leven zal soberder worden. Dit kan niet anders en het is niet erg. Het gaat om gezondheid. De meeste mensen vinden bescherming van het milieu intussen belangrijker dan economische groei.

Maar de overheid moet dit alles wel organiseren. Ze moet de wetten nu werkelijk maken en uitvoeren. En wij moeten hier op worden voorbereid. Het is de taak van de overheid om ons te informeren over wat ons te wachten staat, of te doen, elke week weer. Dan kan iedereen erachter staan. 

Nu moeten we weten dat de overheid dit alles niet organiseert en ons niet informeert. Niet over de volle dreiging van het klimaat, niet over de vereiste maatregelen. Dat is gevaarlijk. Als klimaatbeleid te lang wordt uitgesteld en plotseling grote veranderingen moeten worden doorgezet, en wij er dan niet op zijn voorbereid, dan kan dat paniek veroorzaken. In die paniek kan de overheid naar dwang grijpen. Onder dwang is het maar de vraag of de juiste maatregelen worden genomen. Wie wil dat?

Nu willen we weten: wat is de dreiging van het klimaat en welke grote maatregelen komen er?

Laten we weten dat vervuiling de belangrijkste doodsoorzaak is in de wereld. Wat Nederland betreft, dat we hier een steeds zwaarder gevecht tegen overstroming te leveren hebben. 

Laten we weten dat de productie van 1 liter frisdrank 100 liter water kost, 1 biefstuk 3.000 liter water, 1 spijkerbroek 4.000 liter water. En dat intussen de vochtigheid van de lucht afneemt door de opwarming en het watergebruik, waardoor bomen moeite krijgen om bladeren te vormen – bladeren die we niet kunnen missen voor onze zuurstof. 

Laat ons weten dat er plastic in de lucht is gevonden, dat we dit inademen, dat dit kan gaan ontsteken.

Laat ons weten dat er roetdeeltjes zijn geconstateerd in de baarmoeder.

Wat vraagt dit voor maatregelen? Alle gebruik van energie moet worden belast. Ook de productie van batterijen en van elektriciteit zijn vervuilend, ook al komen die van wind of zon. Hoe minder energie we gebruiken hoe beter.

We moeten zo min mogelijk grondstoffen gebruiken, dus zo min mogelijk nieuw produceren, zo veel mogelijk hergebruiken. 

Voedsel kan niet meer over de wereld gaan, maar zal lokaal worden geproduceerd. Geen varkensvlees meer exporteren naar China, geen aardbeien importeren uit Zuid-Afrika. We zullen kleine woningen bouwen (tiny houses) waarvoor minder materialen nodig zijn en minder energie.

Veel mensen zullen omscholen. Het merendeel van de huidige basisschoolleerlingen zal een beroep uitoefenen dat nu nog niet bestaat.

Wat voor beleid kunnen we verwachten? Deze hele omvorming moet goed worden georganiseerd, zo dat het leven door kan gaan. Zo geleid dat er voldoende omscholingsmogelijkheden zijn voor nieuw werk. Zo geleid dat er voldoende kleding en voedsel beschikbaar is. En voldoende kleinere woningen.

Nu moeten we weten dat de overheid deze omvorming, die er hoe dan ook komt, tegenwerkt. Ook de informatie over wat komt, geeft de overheid niet. Wat komt wordt halsstarrig verzwegen. Waarom? Er bestaat geen overheid die de belangen van handel en industrie wil schaden. Politici komen zelf uit het bedrijfsleven en gaan ernaar terug. Ze zullen die belangen koste wat kost blijven dienen, en niet onze gezondheid. 

Met de gevaren van dien. Het gevaar dat plotseling, in nood, de beperkende maatregelen toch moeten worden genomen, zonder voorbereiding. Het gevaar dat de fossiele energieproductie plotseling moet worden gestopt, omdat we naar adem beginnen te happen. Het gevaar dat de beschikbaarheid van kleding en voedsel wegvalt, omdat al het vervoer echt te veel energie kost en vervuilt. 

De overheid stuurt het erop aan dat ze dan naar dwangmiddelen kan grijpen om de maatregelen door te duwen. Dat ze in de paniek van de mensen de kans ziet om die maatregelen te nemen die nog steeds in het belang zijn van de grote bedrijven en niet in het belang van onze gezondheid. Dat we die dan in de chaos moeten slikken. Chaos is altijd voordelig voor de macht.

Het zijn gevaren die niet hoeven. Ze kunnen worden voorkomen als de overheid haar zorgplicht nakomt. Door op tijd de noodzakelijke wetten te maken. Door volledige informatie over de maatregelen die de overheid daadwerkelijk neemt, zodat we daar met ons allen eensgezind achter kunnen staan, als het de goede maatregelen zijn en eraan meewerken. 

Nu weten we dat het goed is om de CO2-uitstoot te stoppen en ook de plundering van de aarde. Nu weten we dat een klimaatvriendelijke samenleving beter is. Dat we moeten minderen om te kunnen blijven ademen. Dat de overheid niet meewerkt maar tegen.

Wat staat ons nu te doen? We moeten weten dat we niet willoos chaos en dwang hoeven af te wachten, maar dat we macht kunnen hebben. De macht om voor onze leefbaarheid op te komen. Dit is de macht van een spaak in het wiel. Om af te dwingen dat de overheid wel haar verantwoording neemt en voor onze gezondheid zorgt. Een paar duizend mensen kan het verschil maken. 

Als alle bedreiging bekend was, zouden we al lang de straat op zijn geweest en de overheid aan het werk hebben gekregen. Nu we weten wat nodig is voor ons leven en dat niemand ons dat geeft, moeten we inderdaad alsnog de straat op gaan en de maatregelen van de overheid afdwingen, net zo lang tot ze zijn gerealiseerd. En ook de voortdurende informatie over de gang van zaken eisen. We zijn bereid. Omwille van onze leefbaarheid en die van onze kinderen. 

Categorieën
Artikelen

Deprivatie

Onze samenleving leeft niet meer samen. Samenleven is aandacht hebben voor elkaar, meeleven, delen wat er in je leeft en waar de ander iets aan heeft. We hebben elkaar weinig meer te bieden. Ja, soms maken we een praatje, zo nodig willen we best een boodschap doen, meehelpen op de sportclub. Maar aandacht, betrokkenheid geven? En van wie krijgen we die zelf? We doen anderen tekort en we komen zelf tekort.

Het punt is: het is niet te zien, deze leegte. We doen ons best om aardig te zijn, we wensen elkaar fijne avond. Het ziet er heel aanvaardbaar uit. Maar we zien niet meer wat de ander nodig heeft, we vertellen niet meer een spontaan verhaal, we lachen niet meer samen. We delen niet meer. Menselijkheid is delen. Delen is alleen mogelijk als het vanbinnen fit is, als het leeft. Dat is niet zo, we zijn uitgeput. Het innerlijke en het sociale leven zijn tot stilstand gekomen. We zijn uitgelopen op dood tij. 

Hoe is dat gekomen? We wilden de vrijheid hebben om het maximum uit ons leven te halen. We voldoen aan de eisen van het werk, we betalen de hypotheek en trekken de deur achter ons dicht. We vinken onze dagelijkse to-do-lijst af, we klussen, we kijken films, of we gaan er juist op uit om te chillen. Hoe dan ook sluiten we alles uit wat niet bijdraagt aan ons optimale leven, in de eerste plaats wel gedoe met anderen. Ongehinderd kunnen we onze dagen overladen en ongeremd doordenderen, nog altijd.

Hiermee zijn we nu het absolute minimum aan menselijkheid gepasseerd. Met het gevolg dat het isolement totaal is, en wij zijn gedepriveerd. Deprivatie is het kenmerk van deze tijd. 

Wat is deprivatie? Deprivare = beroven. We beroven ons van de prikkels die de omgang met mensen ons geeft om bij anderen en ook bij onszelf stil te staan. Daarmee zijn we beroofd van belangstelling, contact en van beleving vanbinnen. We vervreemden van elkaar en van onszelf. Deprivatie is bekend van eenzame opsluiting, als in de gevangenis. Daar is onze toestand nu op gaan lijken. We zijn er beroerd aan toe. 

In het dagelijks leven lopen we van alles op, maar zonder het te beleven. Beleving vanbinnen en de verwerking zouden voeding zijn. Het lijkt op het proces van onze spijsvertering. We nemen voedsel op en zetten het om in bouwstoffen en energie. Is de spijsvertering verstoord en nemen we voedsel niet meer op, dan komen we bouwstoffen en energie tekort. Dit is aan de hand. Het leven sijpelt uit ons weg. We worden niet meer geraakt. We raken gevoelloos, apathisch. Het is niet alleen gebeurtenisloos, doodsaai, maar ook schadelijk. 

Deprivatie komt neer op verwaarlozing. Verwaarlozing is bekend van kinderen, dan noemen we het mishandeling. Van volwassenen is het dat ook. Maar anders dan bij kinderen overkomt het ons niet alleen, we doen het ook onszelf aan. Dan is het zelfverwaarlozing

We lijden gebrek. Ondervoed als we zijn, raken we vanbinnen eenzaam, of depressief, of angstig. Dat kunnen we ontkennen, maar dat helpt niet. Dat maakt ons alleen maar negatiever. Het is schrikbarend hoeveel bitterheid er in mensen zit. Als er gepraat wordt, is het over problemen. Spreken we iemand die dik is en een open, opgeruimd gezicht heeft, dan zien we, in onze bitterheid, alleen dat diegene te dik is, niet het mooie gezicht. Het positieve, de sympathie, merken we helemaal niet meer op, niet in anderen, niet in onszelf.  

Het almaar niet beleven, en ook zelf niet geven, frustreert. Frustratie loop je onbewust op en reageer je af op anderen. Uit onbewuste nijd ga je weigeren te geven, te delen. We houden ons gevoelloos, koud. Door anderen uit te sluiten, dragen we bij aan deprivatie: we verwaarlozen anderen. 

In onze zelfverwaarlozing snakken we juist naar aandacht en doen er alles aan om die in de media te vinden. Maar onszelf aandacht geven en elkaar – ho maar. We hebben zelfs het vermogen niet meer om bij onze behoeftigheid stil te staan. 

Dat we op ons tandvlees lopen, komt niet alleen doordat we het zo druk hebben, maar doordat we vanbinnen zijn uitgeput. Er is niets meer waar we kracht uit halen. We zijn langdurig ondervoed, om niet te zeggen uitgehold. We hebben een leeggelopen zelf. 

Vandaar de bijna een miljoen mensen aan de antidepressiva, en nog eens bijna een miljoen in burn-out. Deprivatie is meedogenloos.

Hoe kan het dat we dit volhouden. Hoe kan het dat we niet schrikken van deze leegte. Hoe kan het dat we ’s ochtends niet bibberend in bed blijven, ver weg van die onherbergzaamheid, die onontkoombare kakofonie, die vrieskou, die armoe die geen beschutting biedt. 

Hoe kan het dat we elkaar met een opgewekte presentatie voor de gek blijven houden. Want wat daaronder zit laten we niet zien. Onze presentatie is er een van alles-in-orde, terwijl ons innerlijk vol zit met somberheid, negativiteit en angst. Dit merk je zodra je een paar zinnen meer uitwisselt dan alleen fijne avond. Het is lang niet zo in orde als het lijkt. Uitgehold als we zijn, krijgen we geen greep meer op de onwaarachtigheid. Oneerlijkheid verkrampt. De meeste mensen deugen, ja, en dat willen we ook, maar we hebben de kracht niet meer om er iets mee te doen. 

Het blijkt geen goed idee, dit najagen van een optimaal leven. Het breekt meer af dan het ons biedt. Naar buiten doen we alsof we alles aankunnen, maar als het ernstig wordt, zijn we weerloos. Confrontaties vermijden we. We zijn er niet meer in getraind. Dit is nog om een andere reden urgent. De toestand van deprivatie maakt ook maatschappelijk machteloos. En weerbaarheid hebben we juist zo nodig. Er worden ingrijpende klimaatmaatregelen genomen. Om het milieu te redden, zal er werk verdwijnen, er zal minder geld zijn voor de hypotheek, beroepen worden overbodig, we gaan omscholen. Dat vraagt de veerkracht van een goede omgang met onszelf en met elkaar.  

Zo zit het. 

En nu anders. 

Hoe brengen we nieuwe vloed op gang? Hoe bouwen we kracht op? Als de oorzaak is zelfverwaarlozing, dan is de oplossing: daarmee te stoppen. We stoppen de zelfverwaarlozing door wel stil te staan bij onze binnenwereld. We snakken naar een breuk met het doen-alsof. We snakken ernaar onszelf recht te doen. We snakken naar waarachtigheid. 

Stilstaan bij jezelf is niet altijd aangenaam. Je komt oneerlijkheid tegen, tekorten. Deze durven zien, eronder lijden, en overwinnen, daar gaat het om. Het is een bevrijding. Deze training geeft kracht, en eigenwaarde.  Dit geeft de stimulans waarop je verder wilt. 

Het moet een besluit zijn om vol te houden, dagelijkse training in betrokkenheid. Dit vormt een anker. 

Steeds kortere metten maken met onwaarachtigheid in jezelf is alsof eindelijk iemand het voor je opneemt. Waarachtigheid is liefde. Er gaan werelden voor je open. Dit is het optimale leven dat we ons wensen.

Ben je weer betrokken bij je binnenwereld, dan krijgt je intuïtie ook weer een kans. Die geeft de zuiverste inspiratie voor wat je staat te doen. Voeding geeft de stevigheid die effect heeft op het leven.

Als je op eerlijke aandacht voor jezelf aankan, dan komt er weer ruimte voor belangstelling voor anderen. Je kan ervan uitgaan dat iedereen snakt naar meer waarachtigheid. Daar kan je bij helpen. Belangstelling hoeft zich niet te uiten in een aai over de bol, het gaat om een blijk van genegenheid die je dan in je hebt, een moment van stilte bij een blijk van moeilijkheden, gretig aanhoren van een verhaal. En zomaar een hand op een hand. Het zijn de blijken van gemeende waardering, van sympathie die we nou eenmaal nodig hebben – om te geven, om te krijgen. Het contact met anderen wordt weer verrijking van ons leven. 

Zijn we getraind in confrontaties en moeilijkheden, dan zijn we ook weerbaar voor de grote veranderingen. Deze kunnen het beste van overheidswege worden georganiseerd, zodat ze goed te doen zijn. Maar we hebben te maken met een overheid die weigert onze gezondheid en onze bestaanszekerheid te organiseren. Willen we voorkomen dat het gebrek aan beleid uitloopt op een catastrofe, dan komt het op onszelf aan. Dan moeten al onze zeilen bij om de rust te bewaren, de werking van het gezonde verstand, om richting te geven, in het klein en in het groot. 

Overal zijn al individuen met de rust tot handelen, in staat tot sympathie. Het kunnen er meer worden. Wat we nodig hebben zijn duikelaartjes: niet omver te krijgen.

Categorieën
Artikelen

Zin van het leven – Een factor zijn

De Volkskrant had in 2019 en 2020 een rubriek met interviews over: de zin van het leven. In die tijd heeft de krant ook lezers de gelegenheid geboden om volgens dezelfde opzet een interview in te sturen over de eigen zin van het leven. Dit is het mijne. 

Na tien leuke jaren in het onderwijs, als leraar Nederlands, raakte zij al vrij jong door een stevige burn-out werkloos. Er was veel tegelijk gebeurd, zonder dat ze daarbij had stilgestaan. Ongemerkt had ze zich totaal voorbij geleefd. Dat moest anders, begreep ze. Ze moest aandacht inbouwen voor zichzelf. Voor de duur van de burn-out was het onmogelijk haar aandacht goed te verdelen tussen zichzelf en een baan. Na een jaar of drie leek haar dat wel mogelijk, maar is het realiseren van een baan niet meer gelukt. Ze is fulltime gaan tekenen en schrijven. Dat bleek wel te combineren met persoonlijke groei. 

Wat is de zin van ons leven?

‘Ik denk dat persoonlijke groei is wat iedereen wil. Niemand beschouwt zichzelf als compleet en af. Er is een drang in ons naar waarachtigheid. Geef je gehoor aan die drang, heb je belangstelling voor je eigen doen en laten en ben je bereid tot eerlijkheid, dan vallen steeds meer bijzaken af en houd je meer essentie over – wat natuurlijk prachtig is. Maar nog niet het doel. Instellen op waarachtigheid is training. Door vol te houden bouw je kracht op. Deze geestkracht maakt dat je een factor kan zijn ten behoeve van de samenleving. Dit is de zin van het leven. 

Waarom maken we dan zo weinig werk van eerlijkheid?

Onze prestatiemaatschappij geeft nauwelijks ruimte voor reflectie op je doen en laten. We hebben enorme beschikbaarheid aangeleerd, niet alleen voor het werk, maar continu, voor de partner, voor kinderen, voor klussen, hobby’s, films, reizen – het houdt nooit op, al die afleiding door mateloze beschikbaarheid. Het is niet alleen dat die van ons wordt geëist, het wordt ook gewaardeerd als je beschikbaar bent, je kan ermee scoren. En tenslotte is het ook nog makkelijker om eraan toe te geven, dan de kracht op te brengen om grenzen te trekken: nu even niet.’

Is dat niet egoïstisch, om niet beschikbaar te zijn?

‘Nee, dat is een misverstand. Je kan niets voor anderen betekenen zolang je niets voor jezelf betekent. Dat is nu eenmaal zo. Of het is een gespeelde, holle beschikbaarheid, waarmee je alleen je ego streelt. Zelfverwaarlozing maakt alleen maar prikkelbaar. Toewijding aan jezelf geeft vanzelf toewijding aan anderen.’

Maar toewijding aan onszelf, ho maar, zeg je.

‘Ja, en dit wordt door veel mensen gemist. Er is echt behoefte om geregeld uit de mallemolen te springen en ook aan onszelf te werken. Mensen gaan aan mindfulness doen, of yoga, of mediteren, anderen doen juist aan sporten, om los te komen van de overlast. Toch leidt dit zelden tot een vanzelfsprekende betrokkenheid op onszelf, met de bereidheid om ook de confrontaties aan te gaan. Dit zou zelfbeleid zijn. Dat verwaarlozen de meesten van ons helemaal.

Deze zelfverwaarlozing heeft grote consequenties. Het maakt richtingloos. We zigzaggen doelloos van het een naar het ander. En daar hebben we last van. Het geeft voortdurende spanning, ergernis, agressie. Die projecteren we dan weer op anderen. Deze chaos alleen al maakt het leven zinloos. Psycho-analyticus C.G. Jung heeft zijn leven gewijd aan het nut van zelfverwerkelijking. Hij zegt hierover: “Rusteloosheid verwekt zinloosheid, en zinloosheid van het leven is een psychisch lijden, dat onze tijd nog niet in zijn hele omvang en zijn hele draagwijdte heeft begrepen.”’   

Wat kan ons helpen?

‘Uit gebrek aan bevrediging blijven we naar piekervaringen zoeken, in chillen, festivals, reizen. Dat versterkt de onrust. En het is nooit genoeg. Ik ervaar dat je pas bevrediging vindt in het dagelijkse doorgaan. Dat is al een hele kunst. Daarvoor moet je je beperken, anders onderbreek je steeds weer de continuïteit, die tot betekenis leidt. Een klein leven helpt je aan een groot leven.’ 

Hoe ziet dit er voor jou persoonlijk uit?

‘Ik heb bepaald een klein leven. Tot twee uur ’s middags reserveer ik de dag voor schrijven. Voor die tijd maak ik geen afspraken, ook niet met de tandarts. Kennissen weten dat ze me pas daarna mogen bellen. Uitgaan en reizen doe ik weinig. Niet omdat ik daar geen behoefte aan heb, ik zie het als een offer. Tegelijk maakt het schrijven mijn leven groot: dankzij de continuïteit is er die dag vaak een bladzij gekomen met gedachten die er voordien niet waren. Dat is magisch. 

Dit is ook wat schrijver Peter Handke wil eren in zijn Gedicht aan de duur (zie leestip). Duur is: de continuïteit levend houden:

de extase is altijd te veel,
de duur evenwel het gepaste.
Heus is de duur het avontuur van het jaar-in-jaar-uit,
het avontuur alledaagsheid,
maar hij is geen avontuur van de ledigheid,
geen avontuur van de (nog zo actieve) vrije tijd.

En als je geen creatief beroep hebt, wat levert dit avontuur dan op? 

‘Alles. Ons kleeft zo veel oneigens aan, zoveel wat niet bij jezelf hoort. Dat kom je op het spoor als je je niet te veel laat afleiden en je traint om meer jezelf te zijn. Dan kan je beetje voor beetje van die geïnhaleerde nep loslaten. Dat is trouw zijn aan jezelf. Dat ervaar je natuurlijk als genoegdoening. Alsof eindelijk iemand het voor je opneemt. Voorheen wat werd genoemd: de liefde van God.’

Speelt God nog een rol in jouw ervaring van zin?

‘Niet als God in de hemel, het beeld dat is gaan domineren en daarna afgeschaft. Wel als de immanente God die eigenlijk de bedoeling is. Je zuivere ik als het goddelijke in jezelf. De hele bijbel draait daarom. In Exodus 3 heet het al meteen: “Wanneer zij mij vragen: hoe is zijn naam – wat moet ik hun dan antwoorden? Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.” Dit is precies die onderneming naar waarachtigheid. Als je jezelf bent, vrij van oneigenlijke aanwensels, dan kan je zeggen: ik ben die ik ben. Dan heb je iets te bieden.’

Zo gezegd is het misschien niet zo op z’n plaats om te spreken van zingeving, maar eerder van zinvinding.

‘Inderdaad. Het is niet aan ons om zin te geven. Die zin is er. Als je gehoor geeft aan je intuïtie, kan je die vinden. Om zo ver te komen dat je kan zeggen ik ben die ik ben, is training nodig, elke dag. Daarin ligt de zin. Je moet er bovenop zitten, of je jezelf bent of maar doet alsof. Deze training maakt je tot een sterk mens.’

Waarom is dat belangrijk? 

‘Het is nu belangrijker dan ooit. Niet alleen voor je eigen welbevinden, maar ook voor de samenleving. Het klimaatprobleem eist veranderingen die veel van ons zullen vragen. De overheid doet te weinig voor het klimaat. Iedereen wordt er zenuwachtig van. In de onrust die dat geeft, zijn mensen nodig die het hoofd koel houden en om zich heen leiding kunnen geven. En mensen om de zaak ook in het groot vlot te trekken – om de politiek bij te staan, zodat de wetten er komen die nodig zijn. 

Alleen een sterk mens kan een factor zijn in de samenleving. Als voorbeeld van een sterke persoonlijkheid kan je denken aan Mandela, die zijn invloed wist aan te wenden om de apartheidswetten afgeschaft te krijgen en algemeen kiesrecht in te voeren. Zulke geestkracht is wat we nu nodig hebben om van de vervuiling af te komen.’ 

Maar toch niet iedereen kan een Mandela worden?

‘Niet van de ene dag op de andere. Maar in potentie wel. Door consequent te leven, elk uur van de dag je bepalen tot de essentie en de rest overboord te gooien, eerlijk tegenover jezelf, zoals Mandela deed, kan je enorme kracht opbouwen.’

We moeten met onszelf aan de slag. 

‘Ik ervaar dat niet meer als moeten, maar als mogen: de doener mogen vrij laten die die je nu eenmaal bent. Wat is er stimulerender dan ongeremd jezelf te zijn. Dat geeft gratis energie. Het geeft rust, bevrediging. Het is een zegen – voor jezelf en voor de mensheid.’

Leestip: 

Peter Handke: Gedicht aan de duur [oorspr. 1986, Ned. vertaling 2016, uitg. Koppernik]. Dit begrip duur bij Handke laat zich lezen als een instelling op continuïteit, die bijdraagt aan zin. En het gedicht als een monument daarvoor.

Categorieën
Essays

In ongemak zijn we echt

Wat is de inspiratie van goede kunst, goede literatuur en van de roman De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld in het bijzonder? De grote waarde van alle goede kunst, muziek, theater en ook literatuur, is dat deze onze werkelijkheidsbeleving verdiept. Bij het lezen van zulke literatuur gaan we meer voor mogelijk houden dan zonder dit lezen. We worden meer mens.

Dit gaat niet zomaar. Om dit kostbaars te realiseren is natuurlijk eerst nodig dat de kunstenaar, in dit geval de schrijver, in staat is verdieping te bieden…

Lees het hele essay hier

Categorieën
Artikelen

Een volk in angst is een buitenkans voor de macht

Waarom het coronabeleid zo oneerlijk is.

Het coronabeleid is na een geloofwaardig begin geleidelijk diffuser geworden. Er kwamen vraagtekens bij de doelmatigheid van de maatregelen en zelfs bij de waarde van de schijnbaar harde cijfers. Naarmate de politiek stelliger werd, werden de tegengeluiden, van medici en andere wetenschappers, talrijker en overtuigender. Wat was het overheidsbeleid nou waard? De meeste mensen vertrouwden het blind. Maar als je dat niet deed en de voors en tegens beide wilde afwegen, kwam je er niet uit. De vraag hier is: waarom was het beleid toch zo mistig? 

Na verloop van tijd werden de maatregelen steeds rigoureuzer, maar de fundering ondoorzichtiger. Wat droeg het sluiten van scholen, winkels, theaters en sportgelegenheden bij aan het doel, het verminderen van het aantal ernstig zieke coronapatiënten? Hoe groot werd anderzijds de schade die deze maatregelen teweeg brachten? Waren ze deze schade waard? Ja werd gezegd, nee werd gezegd. Niets wat de doorslag gaf. Er moest iets aan het werk zijn, wat deze mystificatie veroorzaakte. Wat was dat?

Daarvoor moest je diep spitten. Ik heb zelf zes versies van dit verhaal nodig gehad om erachter te komen. Wie heeft daar tijd voor? Allereerst moet je je realiseren dat het coronabeleid een beleid is van de overheid en niet rechtstreeks uit de medische wereld. Als de overheid over het beleid gaat, kan je vermoeden dat er ook een politieke component in zit. En dan moet je graven in je kennis en ervaring van de verborgen werking van politiek. Dan weet je weer dat overheidsbeleid altijd samengesteld is, namelijk uit het belang van de zaak (bijvoorbeeld volksgezondheid) en uit het politieke belang (dit is macht). Dit zou niet zo moeten zijn. Het aandeel belang van de zaak zou natuurlijk 100 % moeten zijn, het politieke belang 0. Het gaat immers om de zaak en om de zaak alleen. 

Bij het begin van de corona-epidemie leek het daar ook op: overwegend in het belang van de zaak. De eerste maatregelen om de pandemie te beheersen werden omarmd. Maar na enige tijd drong het tot de politiek door dat de mensen als de dood waren voor het virus. Mensen in doodsangst trekken zich, anders dan anders, bibberend in een hoekje terug. 

Het verlossende inzicht komt nu: bij de herinnering van wetmatigheid van de machinatie van de macht. De eerste wet is: macht wil altijd meer macht. De tweede is: angst is een buitenkans voor meer macht. Nu was er zo’n buitenkans!

Angst was niet alleen meer gegeven, maar kon ook vrijuit worden aangejaagd, in het belang van meer macht. De media presenteerden breeduit berichten over getroffenen aan de beademing, cijfers en curves die catastrofaal werden uitgelegd. De angst vestigde zich stevig en de macht kon ongeremd cumuleren. 

De weg was open voor omvangrijkere en drastischere maatregelen. Algemene maskerplicht kon worden uitgevaardigd. Het belang voor de zaak (bestrijding van het virus) hiervan was omstreden, stel het op 30 % – daarentegen was het belang voor de macht hiervan groot, stel 70 %. Want alle mensen gemaskerd aantreffen, van de straat tot in de politiek, is zeer beangstigend. Niet voor niets was hierop destijds het boerkaverbod gebaseerd. Niet voor niets betekenen gemaskerde mensen normaliter misdadigers. De maskerplicht werkt niet zozeer preventief tegen besmetting, maar des te meer angstaanjagend. De mensen zullen zich nog meer laten gezeggen: meer macht. Het is deze verborgen machtslust, die de onnodige mystificatie inbrengt.

Hoe krijgt de politiek dit voor elkaar? Dit is moeilijk te ontdekken, want de strategie wordt zo geheim mogelijk gehouden. Van Duitsland is uitgelekt dat de politiek aan de virusdeskundigen heeft gevraagd om een repressief beleid te ondersteunen. Hierop adviseerden de medici (net als overal) dramatische beelden de wereld in te sturen van ernstig zieken voor wie geen ziekenhuisbed beschikbaar was. Dit zou maken dat repressieve maatregelen kritiekloos werden geslikt. Van Nederland is bekend dat de politiek zondags met de medisch specialisten bij elkaar kwam en er geen verslag werd gemaakt van dit overleg. Met welke uitkomst? De ontwikkelingen werden als catastrofaal voorgesteld en de virusdeskundigen verklaarden dat code rood van toepassing was.

Nu ging er plotseling een ferme schep bovenop: met de langdurige sluiting van scholen, theaters, festival-lokaties en (wie biedt meer) uiteindelijk ook alle winkels. Dit beleid is zonder meer repressief te noemen: gericht op vrijheidsbeperking en onderdrukking. Repressie was nu in het beleid opgenomen. 

Het was de knock-out voor de samenleving, die nauwelijks het belang van de zaak diende, want de lokaties waren al gereorganiseerd volgens het anderhalve meter devies. Des te groter weer het belang voor de politiek: de samenleving raakte ernstig gedestabiliseerd door gebrek aan onderwijs, door stress in huis, agressie, depressie, eenzaamheid, werkloosheid en faillissement. Destabilisatie is een zeer werkzaam middel voor de macht. Eenmaal in ontwrichting laat het land zich zelfs de uiterste repressie aanwrijven: de avondklok. Draagt vrijwel niet bij aan de zaak, maar alles aan de geseling. 

En nu is de leeuw los. Denk niet dat hij zijn privileges gauw teruggeeft. Zo veel mogelijk onderdrukking zal zo lang mogelijk worden gehandhaafd. Zo lang mogelijk is: zo lang als mensen zich hun angst toestaan. Want angst blijkt het kritisch vermogen uit te schakelen. De wet van de cumulerende macht wordt niet meer opgemerkt, laat staan ingeperkt. Tel uit je winst.

Dit is nu de uitgangspositie voor wat nog op ons afkomt: klimaatmaatregelen die worden uitgesteld, maar niet meer kunnen worden uitgesteld. In een toestand van ontwrichting en bedreiging door stress en werkloosheid zal er weinig worden gepiept tegen slecht beleid. Kritiek op slecht beleid kan dan ongeremd zwaar worden gestraft. Nu al worden critici weggezet als terroristen – en dus als strafbaar. 

Beleid om macht is een keuze. Er is ook beleid denkbaar zonder machtslust – vanuit oprechte zorg voor mensen. Een beleid dat dan ook geen mystificatie nodig heeft. Dit is een beleid door een overheid die houdt van mensen, die geen macht wil, maar zorg en welzijn. Geen vijandige overheid, maar een sympathieke – eindelijk.

Komt dat vanzelf? Nee, dat komt niet vanzelf. We zullen wakker moeten worden en weerbaar. We zullen ondanks bedreiging toch zelf onze angst moeten gaan beheersen en de machinaties van de overheid weer doorzien. Ondanks repressie toch goed beleid gaan eisen: beleid dat de plicht tot zorg nakomt. Zorg voor mensen is waarvoor de macht bedoeld is. Dit is honderd % belang voor de zaak, nul voor de politiek. Zoals het hoort.

Categorieën
Essays

Waarachtigheid

waarachtigheid helen gerretsen

Het belangrijkste essay (met de omvang van een boek) heet Waarachtigheid – een uitnodiging tot zelfbeleid. Het motto van dit essay kan zijn: vraag niet: hoe word ik gelukkig, vraag liever: hoe word ik sterk. 

Want sterk zijn is nu meer nodig dan ooit. We komen uit een gemakscultuur, waarin we in alle drukte onze beste krachten hebben verwaarloosd. 

Het liefst willen we onszelf weer helemaal recht doen. We willen niet meer doen alsof. We willen weer waarachtigheid. Dit is de insteek: dagelijks trainen in waarachtigheid geeft de kracht die we nodig hebben. 

Want de samenleving verandert door klimaatmaatregelen. Dit zal veel van ons eisen. Er komt ander werk, we zullen omscholen. De overheid doet te weinig, we hebben recht op een schone en veilige leefomgeving, we hebben recht op bestaanszekerheid. Wij zullen goed beleid van de overheid moeten eisen. 

Hoe vinden we de kracht om voor dit alles opgewassen te zijn? Door in onszelf en om ons heen waarachtigheid te stimuleren. Zo kunnen we aan wat we echt belangrijk vinden.

Het essay begint met de noodzaak om sterk te worden in deze ingrijpende tijden. Dan laat het zien dat de maatschappij weinig ruimte geeft voor de sterking van het individu. Vervolgens hoe we ook zelf aan onze mogelijkheden voorbij gaan. Om dan te laten zien hoe we onze potenties veel beter kunnen waar maken, zodat we een helpende factor kunnen zijn in de samenleving. 

Zo worden we waarachtig. Dit is de uitnodiging tot zelfbeleid die het essay voor je wil zijn. 

Categorieën
Mijn Retorica

Over Schrijven

Gerretsen schrijft non-fictie in de vorm van artikelen en essays. Ook heeft ze een biografie gepubliceerd. Verder heeft ze theatermonologen geschreven en poëzie.

De kracht van haar schrijven is de instelling op de kortste weg naar de kern. Dit is niet de snelste weg, integendeel, het is een oefening in geduld voor inspiratie. Gerretsen gelooft dat niet het bedenken, van welke kunst dan ook, maar alleen het werken uit inspiratie iets van betekenis voorbrengt.

Via de kortste weg wil ze zo gauw mogelijk voorbij de waan van de dag komen, want de kern ligt altijd dieper. De gevonden kern is zelfs altijd voorlopig: de eigen ontwikkeling maakt dat, soms al na korte tijd, zich een verdiepte versie aandient. Dat maakt het schrijven tot avontuur.

Categorieën
Artikelen

Kernenergie is overbodig

De discussie over kernenergie is weer springlevend. De provincie Overijssel vroeg onlangs al haar gemeenten of ze een kerncentrale zouden willen. Kernenergie? Nergens voor nodig, zegt Helen Gerretsen.

Dagblad de stentor, 10 April 2021
Categorieën
Biografie

Jij vuurbrenger

Het boek Jij vuurbrenger is een biografie over de Amsterdamse sloper Jan Tuinsma (1926-2011).

Jij-Vuurbrenger-Helen-Gerretsen

Het is een rijk levensverhaal van een sympathiek mens – iemand die vuur brengt.

In de loop van de geschiedenis gaat zijn leven, dat zo in harmonie lijkt, toch spanningen vertonen, waarvan de herkomst lange tijd onduidelijk blijft. Deze ontdekkingstocht maakt dat het boek leest als een detective

Het is het eerste boek over het avontuurlijke leven van de sloop, de wereld van doeners en aanpakkers, het verdwenen handwerk, het zwart werken voor een dag, het samenwerken en het onderlinge plezier, het vakmanschap en de opdrachten voor Monumentenzorg.

Met Tuinsma’s lange leven is het ook een kleine geschiedenis geworden van de 20e eeuw, van Amsterdam ook: over de hongerjaren van voor de oorlog, de oorlogsjaren bij boeren in Duitsland, het gevecht om een bestaan tijdens de wederopbouw, en uiteindelijk de jaren van aanzien en rijkdom. 

Bijzonder aan de biografie is dat deze verweven is met een liefdesgeschiedenis. De functie hiervan is dat dit contact de verdrongen kwellingen aan het licht brengt, die anders verborgen waren gebleven en nu ook kunnen genezen. 

Tenslotte is Jij vuurbrenger de getuigenis van een geweldige verteller. Zo is het boek rijk geworden aan sprekende details en anekdotes. Bij het boek is een cd gevoegd met zijn verhalen in zijn onversneden en spontane Amsterdams.

Het is een biografie die niet alleen terugkijkt, maar ook nu inspireert. 

Jij vuurbrenger van Helen Gerretsen is te bestellen bij de boekhandel: 

isbn 9789463380621, uitgeverij Aspekt B.V., 412 pagina’s